07/09/2009

O JEE

Uit NRCNext

 

De verslaggever van de NOS had vlak voor de halve finale van het EK-voetbal voor vrouwen de smoelenmap zorgvuldig doorgewerkt. Hij had het Nederlands elftal goed bekeken en zijn smaak bepaald.
Anouk Hoogendijk.
‘Ze heeft nou eenmaal het mooiste gezichtje. En als ze dat kan uitbaten, is deze sport ermee gediend’, hoorde ik de verslaggever verkondigen. In het begin van de wedstrijd had ik van hem nog een preek gehad hoe ik naar deze vrouwenvoetbalwedstrijd moest kijken. Ik moest vooral geen vergelijkingen maken met een halve finale voor de mannenvoetballers, dan kon ik wel eens teleurgesteld raken.
Ik ging natuurlijk wel vergelijken. Zo viel het mij op dat de NOS pas naar het stadion overschakelde toen de wedstrijd al een paar seconden bezig was. Moet je eens proberen de komende zomer, op het WK. ‘Dames en heren, Oranje is al eventjes bezig tegen Brazilië, ach, wat kan het bommen, over naar Johannesburg dan maar.’’
Of sterverslaggever Frank Snoeks met de volgende opmerking: ‘Robin van Persie lijkt de vrije trap te gaan nemen. Lekker ventje, trouwens, die Robin. Goed kontje ook. Misschien wel de mooiste reet sinds Abe Lenstra. Gebruik ‘m maar voor Oranje, Robin, zou ik zeggen, we kunnen nog wel een kontje gebruiken om hogerop te komen.’
Het leek me geen makkelijke klus om verslag te doen van de halve finale. Philip Kooke deed zijn best om het alledaagse voetbaljargon te gebruiken zodat het net een traditionele mannenpartij leek. Dus speelden de vrouwen ‘goed in de discipline’ en moesten de dames oppassen bij ‘standaardsituaties’.
Hij hield het lang vol. Ik ging rechtop zitten toen mijn lieveling Petra Hogewoning onder de loep werd genomen. De verdedigster van Nederland was formidabel sterk, goed in de mandekking en ze maakte slidings die ik vroeger op het veld had willen maken. Niemand mocht aan Hogewoning komen.
Kooke: ‘Ze heeft een sjagrijnig uiterlijk. Maar dat is uiterlijke schijn, Hogewoning is zeer in haar nopjes.’
Een sjagrijnig uiterlijk. Dat hoef je maar één keer te zeggen over André Ooijer. Je staat volkomen in je recht maar Ooijer verschijnt nooit meer voor de camera.
In de verlenging kopte Jill Scott de 2-1 in het net. De Nederlandse vrouwen lagen uit het toernooi. ‘O jee, het einde van een sprookje’, zei de verslaggever. Het floepte er lekker naturel uit.
O jee. Het paste eigenlijk prima bij de sfeer van het moment. We dachten al weer dat we er waren, een typisch Nederlands trekje. Maar nee. O jee. Het klonk als het ‘Oeps’ van Astrid Kersseboom toen ze tijdens Koninginnedag de auto van Karst tegen het monument van Apeldoorn zag rammen. De onschuld wint het aanvankelijk van de realiteit. Dat is geen schande.
De vrouwen treurden. De verslaggever meldde hoe ‘zijn’ Anouk Hoogendijk erbij stond. Ik stroopte het veld af, op zoek naar ‘mijn’ Petra Hogewoning, het onpasseerbare sjagrijntje. Ik zag haar, met diepe frons boven de neus. Ze huilde niet, ze keek zoals alleen Petra Hogewoning kon kijken.
Dat was misschien wat ik gemist had tijdens de wedstrijd. Een boze kop. En nog meer clichés; doodschoppen, ellebogen, rotgeintjes, briesende coaches. Ik ben in al die jaren gewend geraakt aan de manier waarop mannen het voetbalspel kleur geven, al is het een vieze kleur. Vergeef me, voetballende vrouwen. Het komt goed. Met jullie. En met mij.