16/03/2009
ARME CLUB
UIT NRC.NEXT
In een zomer van mijn jeugd lagen wij, voetbalvriendjes, op het trapveld bij ons ouderlijk huis. We keken naar het verglijden van de wolken in de lucht. Ondertussen spraken we over onze droom: spelen bij Feyenoord, de grootste club van de stad.
Een jongen vertelde dat hij had gehoord dat Feyenoord na het winnen van de Europacup in 1970 tot de rijkste clubs van Europa behoorde. Dat moest komen van al die uitverkochte wedstrijden. De recette, heette dat zo mooi. Een Kuip met 65.000 toeschouwers leverde honderdduizenden guldens op. We konden er met onze kop niet bij. Zoveel geld. Zoveel rijkdom.
Nu heeft de Rotterdamse club een schuld van 21 miljoen. In een interview met RTV Rijnmond gaf financieel directeur Onno Jacobs zondagmiddag uitleg. De kas bleek leeg. De club heeft bij een particuliere geldschieter aangeklopt. Feyenoord leende twee miljoen, om de salarissen van de spelers te kunnen betalen.
Jacobs schetste een zwart beeld. De club staat op de tiende plaats in de competitie, bijna niemand koopt een shirtje met de naam Tomasson achterop en tijdens de UEFA-cupwedstrijden kwamen te weinig bezoekers. Samenvattend: ‘We moeten een kleinere broek aan.’
Om een kleinere broek aan te kunnen, moet het lijf dunner worden. Er moet vet af. Overtollig vet. Feyenoord moet aan de liposuctie. Het vet bij Feyenoord zit niet bij de supporters, die laten hun avondeten staan na zoveel waardeloze potjes.
Het vet staat op het veld. Onno Jacobs liet er geen gras over groeien. Als er een buitenlandse club komt voor talentvolle spelers, kon er een strik om. ‘Aan zo’n transfer moet je meewerken. Dat is vlees op het bot.’
Jacobs meldde dat hij zijn hoop had gevestigd op nieuwe geldschieters. Afgelopen zaterdag stond er een in de Volkskrant, Michel Perridon was de naam. De mecenas stond met twee gebalde vuisten op de krantenfoto, alleen lagen ze slapjes op tafel. Hij is baas van een groot bedrijf.
Perridon wil dat spelers salaris inleveren om Feyenoord te helpen. Als hem dat lukt, kan hij met breaking news live op CNN.
Hij was trots dat hij aan de Rottekade geboren was. ‘Ik kon de haven ruiken’. Laat ik daar nou twintig jaar in de buurt hebben gewoond. In mijn beleving rook het naar stilstaand water en dode ratten. De haven ligt al sinds jaar en dag kilometers van het centrum af. De Rotterdamse haven ruik je het best in Hoek van Holland.
Het is me teveel het oude sentiment dat opspeelt. Het versleten opgestroopte mouwen-imago. De werkelijkheid is dat de haven als een kaartenhuis in elkaar stort en dat werkeloosheid niet tegen te houden is. Perridon gaf het ook wel een beetje toe. Vorig jaar leken de geldschieters nog met 60 miljoen over de brug te komen, nu mag Feyenoord blij zijn met de helft.
‘De recessie treft Rotterdam harder,’ zei burgemeester Aboutaleb vorige week nog, toen hij beloofde 123 miljoen euro in de economie van de stad te steken. De hunkering naar een sterk Feyenoord is zo groot, dat ik bijna zeker weet dat de meerderheid van de bevolking de miljoenen van Aboutaleb het liefst naar de club van hun dromen gestort ziet. Maar zelfs dat bedrag lijkt niet genoeg om Feyenoord te redden.
Arme stad, arme club.