01/10/2012

BLINDE

De bondscoach duwde zijn salade met mozzarella mijn kant op. Ik moest eten, vond hij. Ik had net een recreatief tijdritrondje op het WK-parcours gefietst. Hij bestelde wel een nieuw bord.
Het was vrijdagmiddag. Leo van Vliet zat in Zuid-Limburg buiten aan een lange tafel. Met zijn oranje jack halfopen praatte hij honderduit tegen de tafelgenoten. Met een goed humeur. Iedereen die twijfelde aan de kansen van de Nederlandse wielerploeg kreeg de volle laag.
Tijdens de klim op de Cauberg werd ik door medefietsers al gewezen op een groot scherm langs de kant van de weg. Het was een van de matrixborden, die Van Vliet op afstand ging bedienen. Omdat er geen oortjes gebruikt mochten worden, zou hij zijn selectie zo van tips voorzien.
Het was 48 uur voor de start van het WK bij de mannen. Van Vliet voelde aan zijn water dat er iets moois ging gebeuren. Hij tipte Niki Terpstra en keek erbij als een trotse vader die met zijn zoon pronkt. Hij herhaalde het net zo vaak totdat hij met tranen in zijn ogen zat. “Zien jullie nou? Ik word er gewoon emotioneel van.”
Mooie kerel, die Van Vliet. Vond de selectie ook. Iedereen aan tafel gunde hem van harte een medaille. En die matrixborden, dat was toch wel een brutale vondst. De Belgen deden het met kleurencodes, wij met oneliners van Leo.
Later op de middag gaf ik vader Vos een handje. De rust zelve. Het zou wel goedkomen met Marianne. Hij zou wel zien hoe zijn dochter het aanpakte. Een dag later toonde Marianne Vos hoe het moest. Een helder strijdplan, altijd van voren rijden. Zelf nadenken, het juiste moment kiezen om te ontsnappen.
Niemand nodig voor goud.
Gisteren reden de mannen op het WK-parcours. Leo van Vliet nam plaats in een torentje bovenop de Cauberg. Een groot tv-scherm voor zijn neus en een toetsenbord onder handbereik voor de teksten op de matrixborden.
Eerste getikte tip van Leo: “Alleen maar voorin rijden.”
Er volgden nog meer teksten. Maar deze eerste oneliner bleek cruciaal. Niki Terpstra moet hem na de beklimming van de Cauberg hebben kunnen lezen. Iedere Vlaming, iedere Hollander begreep hem. Voorin rijden, daar ging het om. Wie het langst voorin blijft rijden, komt als eerste bij de finish aan.
Niki Terpstra reed al een tijdje niet voorin het peloton. Bij een valpartij raakte hij achterop. Het liefst had de flamboyante Van Vliet meteen een bericht op de matrix gezet: “Wat schreef ik nou, blinde?!”
Philippe Gilbert won zoals Marianne Vos. Hij had geen hulp van buiten nodig, alleen goede ploegmaten. Winnen doe je samen? Nee hoor, Gilbert en Vos wonnen alleen. Ze kwamen als sterksten zwaaiend over de finish. Gilbert had net als Vos ook een nationale vlag van een toeschouwer kunnen pakken. Tijd zat.
Terpstra keek na afloop schuldbewust in de camera. Niet genoeg van voren gereden. Hij wist het.
Leo van Vliet zat in zijn torentje. Hij was tevreden over de vijfde plaats van Lars Boom. De matrixborden gingen op zwart. Wat moest Van Vliet met die dingen? Nam hij ze mee naar zijn huis in Naaldwijk?
In de tuin, boven de heg uit: “Bubbelbad.”