21/02/2011

wijf zonder tieten

Homo’s zijn dol op Cristiano Ronaldo en David Beckham. En andersom misschien ook wel. En die bozige Gennaro Gattuso van AC Milan? Lekker opgewonden ventje, hoor. Voetballers doen het goed in de gayscene.
Alleen, wanneer komt er een grote speler uit de kast?
Afgelopen weekend stond in het teken van homofobie in het voetbal. Ik ging er eens goed voor zitten. Eindelijk zouden we zien wie op het veld met een rode boerenzakdoek durfde te zwaaien. Wie gaf er, bedekt of onbedekt, een teken dat niets aan duidelijkheid te wensen overliet?
Luc Castaignos van Feyenoord ging in de wedstrijd op zijn knieën voor de op de grond liggende doelman van ADO. Hij fluisterde iets. De keeper stond op met de bal in de hand en keek opgeruimd in het rond. Was dit wat?
In dezelfde wedstrijd kropen alle ADO-spelers op elkaar na de onverwachte gelijkmaker. Het waren stevige omhelzingen. Ik fixeerde me op de doelpuntenmaker, de Rus Dmitri Boelykin. Zou hij een boodschap op zijn hemdje onder zijn shirt hebben? ‘I’m gay!’ Nee, niets. Machoman.
Mark van Bommel stapte namens het Nederlands elftal naar voren en deed zijn zegje voor de camera: „Het is een moeilijk thema, iedereen wil toch wel heel stoer overkomen.”
Ik herinner me de voetballer René van Rijswijk van RKC en NEC. Hij had extreem lang haar dat wapperde als hij soleerde. Jarenlang kreeg hij tijdens uitwedstrijden te horen dat hij een „een wijf zonder tieten” was. Het was Van Bommel die hem ooit in het veld zei dat hij die haren maar moest afknippen.
Afwijken mag op het voetbalveld maar een klein beetje. Een hanekam, stekels vol gel, een tattoo van een slang, een oorbel. Prima. Als het maar te rijmen valt met de heterocultuur.
Bij de NOS vertelde een Engelse onderzoeker Ellis Cashmore dat supporters opvallend makkelijk denken over homo’s op het veld. Hij ondervroeg 3.500 fans. 91 procent had geen bezwaar tegen voetbalhomo’s. Cashmore hoorde: „Liever een goeie homospeler dan een slechte hetero.” Als hekkensluiter Willem II slim is, gaat de club meer scouten in de Waalwijkse hardcore homobars.
De onderzoekers vermoeden dat clubs en makelaars er meer problemen mee hebben als homo’s aan de bal komen. Huub ter Haar van de John Blankenstein Foundation praat met profclubs. „Je kunt veel geld verliezen. De clubs die denken in boekhoudtermen houden het onderwerp het verst van zich af.”
Namen durfde Ter Haar niet te noemen. Ik fantaseerde over twee mogelijke ‘boekhoudclubs’. Feyenoord dat in financiële zorgen zit en het beursgenoteerde Ajax? Homofobe clubs? Zou kunnen.
Bij Ajax – waar de föhn in de kleedkamer een geliefd apparaat is – zat Luis Suarez gisteren op de tribune. Hij is verkocht voor 26 miljoen aan Liverpool. Hij kwam afscheid nemen. Naast hem zat zijn vrouw met hun kindje op schoot. Hoeveel minder zou Suarez hebben opgebracht als hij handjeplak met een strak vriendje naar Liverpool was vertrokken?
In het stadion zingen supporters wekelijks dat voetballers van boerenclubs homo’s zijn. Op tv kijken diezelfde mensen naar Boer zoekt vrouw en verlekkeren zich aan een geile Zweedse gay-paardenfokker. Vijf miljoen kijkers, dat zijn er meer dan tijdens het zondags uurtje eredivisie.
Volgend seizoen maar eens beginnen met een homo-voetbalcompetitie voor boeren. De tijd is er rijp voor.