04/10/2010

Seedorf: meneer Evenwicht

UIT NRC/Next:

De tondeuse had met standje nul het werk weer gedaan op de zwarte huid. Het hoofd glom in de Italiaanse zon. Clarence Seedorf stond klaar voor de Nederlandse cameraploeg op het trainingscomplex van AC Milan.
Het interview kon beginnen.
Na vijf minuten was het interview klaar.
Het was Clarence Seedorf weer gelukt. Charmeren. Hij kan het als geen ander. De tekst lijkt altijd ondergeschikt aan zijn vriendelijke blik.
Clarence over de loting van de Champions League tegen Ajax: “Ik moest heel hard lachen.” En meteen daarna volgen vijf keelklanken. Ritmisch, vrolijk. De ene ‘ha’ keurig los van de volgende ‘ha’’. Voluit: Ha-ha-ha-ha-ha.
God, wat heeft Nederland, en ik ook trouwens, commentaar gehad op Clarence Seedorf. Hij speelde niet genoeg in dienst van een elftal, hij eiste een plek op, hij wilde belangrijke strafschoppen nemen die hij vervolgens miste, hij deed uit de hoogte, hij was vroeg oud en arrogant.
Misschien was het allemaal waar. Maar in de topsport geldt maar één norm: je moet de beste zijn. En dat is Clarence: hij won vier keer de Cup met de grote oren.
Soms moet je mensen die je niet kan uitstaan na een tijdje nog eens opnieuw wegen. In de politiek haatte ik vroeger het ouderwetse taalgebruik dat tussen de getuite lippen van Dries van Agt naar buiten pruttelde. De afgelopen jaren hoor ik hem juist graag.
Kritiek op Seedorf heeft geen enkele zin meer. Alles glijdt van hem af. Clarence Seedorf is boven Jan. Niet uit het veld te slaan. Denk aan Seedorf en je ziet: een glanzend boeddhabeeld in een waterpartij, kersenbloesemblaadjes op een schaaltje, wierookstokjes in een plantenbak. Hij is Meneer Evenwicht.
Zijn rust staat soms haaks op de onrust van anderen. In de periode dat Marco van Basten coach was van het Nederlands elftal steunde en kreunde de staf als na een paar ultrakorte ja-en-amen-gesprekjes met spelers het de beurt was aan Seedorf. Ze wisten; dat kost ons weer een uur.
Er staat maar één hogepriester boven Seedorf: Johan Cruijff. Seedorf zei gisterenavond in Studio Sport dat hij waarde hechtte aan de mening van nummer 14: “Probeer te luisteren naar wat hij zegt en kijk of er een waarheid in zit. En als het zo is, doe er wat mee.”
Het was misschien de enige belangwekkende zin in het vraaggesprek. Ik had alle tijd om te kijken naar het groene trainingscomplex Milanello en naar het reclamebord van plexiglas achter Clarence’ hoofd, met Nivea for Men en Dolce&Gabbana erop.
Jaren geleden had ik al iets van de mythische proporties gemerkt van Seedorf. Hij kwam in een vertrekhal aangelopen op een Italiaans vliegveld. Ik begroette hem, hij mij, vriendelijk. Van het praatje weet ik niets meer. Ik zie Seedorf nog zo wegslenteren. Hij droeg een zwart pak met een zwart overhemd. Hij zweefde een paar centimeter boven de glanzende vliegveldvloer.
Het ging als vanzelf. Zoals hij ook vaak over het veld gaat; als vanzelf. De man van het gemak heeft nog nooit zijn benen voorbij gehold.
Dinsdagavond is het zover. Seedorf speelt in Amsterdam tegen Ajax. Wat er ook gebeurt, naderhand is er de lach op het gezicht. Bij winst en verlies. Seedorf staat inmiddels boven alle partijen.