21/09/2009

SEMIDOOD

Uit NRC Next:

Het leven is geen pretje als je proftennisser bent. Ontelbare trainingsuren slijt je in een sporthal zonder publiek en tijdens een toernooi in het buitenland verveel je je kapot in een hotel. Na de dagelijkse douche ziet de tennisser zijn vermoeide kop in de spiegel. Hij stelt zichzelf de vraag: waarom tennis ik?
Thiemo de Bakker was tijdens de Davis Cupwedstrijden in Maastricht tegen Frankrijk de oogappel van de natie. Hij won van Gaël Monfils, een speler uit de top 20. De Bakker is de beste tennisser van Nederland. Volwassen mannen in oranje feesttenue dansten de polonaise op de tribune. Het kon niet op.
Zaterdag verscheen een interview met Thiemo de Bakker in deze krant. De 21-jarige tennisser is één groot mysterie, zo werd me duidelijk. Niet makkelijk voor zichzelf, ook niet voor anderen. In de eerste alinea kreeg ik al meteen een vuistslag te verwerken: ‘Soms ben ik schijtirritant, maar af en toe ook semidood.’’
Je hebt mensen die in zo’n zin over zichzelf een fijnzinnig contrast aanbrengen. Ze zeggen: ‘Ik ben aardig maar soms kan ik ook heel boos zijn’. Of,nog een voorbeeld: ‘Ik ben een zomermens,maar een gure winterdag, ook prima’. Bij De Bakker is er geen contrast. Het is allemaal gitzwart: schijtirritant en semidood. Twee woorden die samen klinken als een uitstekende titel voor een biografie van een bedreigde rapper.
Een paar jaar geleden ontmoette ik De Bakker in een televisie-uitzending. Hij stond al te boek als groot talent. Naast hem zat John van Lottum, het grote talent dat al met tennissen gestopt was. Hij begeleidde Thiemo.
Ik herinner me vooral nog hoeveel De Bakker zweette. Uit iedere porie leek een kreek te ontspringen. Hij was niet op zijn gemak. Televisie, niets voor hem. De afgelopen dagen ging het al iets beter maar een vrolijke spraakwaterval kun je De Bakker niet noemen. Het openbare leven valt hem zwaar.
Semidood. Ik herkauw het woord. Ik ken het woord eigenlijk helemaal niet. Semifreddo, ja. Maar semidood, nee.
Wanneer zou Thiemo de Bakker in die zware gemoedstoestand raken? Ik vermoed toch als hij zit te piekeren, tijdens een challengertoernooi in het buitenland, in een kakkerlakkenhotel langs de rijksweg. Een beetje peuteren aan het eelt in zijn handen, af en toe kijken naar Eurosport op tv en dan hardop zeggen: ‘Was ik maar fuckin’ semidood.’
Naast Van Lottum hebben Richard Krajicek en Raemon Sluiter geprobeerd om Thiemo de Bakker te begeleiden. Ze zijn er weer vlot mee gestopt. Van Lottum ging nog het verst. Hij sliep als coach met zijn pupil zelfs op dezelfde kamer.
Door de serieuze toon van Thiemo de Bakker schat ik de psychologische kant van het tennis nu beter in. Ik moet me niet fixeren op het lachende kindje van Kim Clijsters en ook niet op de grollen van Novak Djokovic. Tennis is een eenzame sport die je op jezelf terugwerpt. Het is niet voor niets dat Michaëlla Krajicek zo gefrustreerd op het veld kan staan. Ik snap nu waarom Roger Federer met een frons speelt en Serena Williams rackets kapot beukt.
Professioneel tennisser zijn is niet leuk. Thiemo de Bakker zal het beamen. Hij weet als geen ander; van tennissen word je schijtirritant en als je niet oppast, ga je semidood.